'Stel bedrijfsoordeel als eis voor hoofd- en onderaannemer.'

Tijdens het Nationaal Congres Contractvervoer op 20 juni gaf SFT opdrachtgevers het advies om aan onderaannemers dezelfde eisen (zoals bedrijfsoordeel SFT) te stellen als aan de contractpartij die het vervoer gegund krijgt.

De kwaliteit van het vervoer wordt immers bepaald door diegene die het vervoer feitelijk rijdt. En dat kunnen diverse bedrijven zijn. In de praktijk bestaan er diverse constructies, Het varieert van een contractpartij die het werk gedeeltelijk uitbesteedt, tot vervoersmakelaars die al het vervoer uitbesteden. Of bedrijven die het in naam zelf uitvoeren maar een groot deel van het vervoer inlenen bij collega-bedrijven.

Bedrijfsoordeel 'voldoende' als kwaliteitseis

Sinds 1 november 2011 geeft SFT een bedrijfsoordeel af. Daarmee geeft SFT een oordeel over de mate waarin een bedrijf de cao heeft nageleefd tijdens de controleperiode. Het bedrijfsoordeel kan voldoende of onvoldoende zijn. Het bedrijfsoordeel biedt opdrachtgevers dus de garantie dat het bedrijf de cao naleeft. Van belang is dat eisen zoals het bedrijfsoordeel van SFT voor alle bedrijven geldt die bij het vervoer betrokken zijn, dus ook voor de onderaannemers. Evenals het TX-Keur is het bedrijfsoordeel van SFT een kwaliteitseis die voor de opdrachtgever niet kostenverhogend is. Bovendien is de controle op deze eisen gewaarborgd.

> Lees meer:

 Naar boven