Systematiek

Hoe voeren wij het onderzoek uit en waar kijken wij specifiek naar? Bepaalde overtredingen wegen zwaarder dan andere bij de bepaling van het bedrijfsoordeel. U kunt een voldoende of onvoldoende krijgen. En wat kunt u doen als u een onvoldoende krijgt?

Hoe komt het oordeel tot stand?

Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Met dit in het achterhoofd is het onderscheid tussen een voldoende of een onvoldoende gebaseerd op het feit of het incidentele of structurele fouten betreft. Incidentele fouten kunnen voortkomen uit onachtzaamheid in combinatie met de soms gecompliceerde cao-bepalingen. Structurele fouten daarentegen zijn in omvang vaak groter en brengen een navenant groter concurrentievoordeel met zich mee. Een structurele fout veronderstelt ook dat het geen onachtzaamheid is. Wij hebben daarom de opzet van de controle flink onder de loep genomen en de systematiek en weging aangepast.

Er zijn twee soorten beoordelingen: een voldoende of een onvoldoende. Het verschil wordt bepaald in de mate waarin de CAO structureel wordt overtreden. Incidentele c.q. individuele gevallen zijn minder ernstig. Maar structurele fouten worden als ernstig beschouwd. Vanaf drie ernstige overtredingen is het bedrijfsoordeel een onvoldoende.
Daarnaast bestaat een categorie zeer ernstige overtredingen. Eén zeer ernstige overtreding leidt ook tot een onvoldoende. Zeer ernstige overtredingen zijn het structureel toepassen van:
• betaling van minimumloon;
• alleen beladen kilometers als arbeidstijd aanmerken;
• niet toekennen (uitbetalen) van vakantietoeslag;
• niet toekennen (uitbetalen) van vakantiedagen;
• (een deel van) de werknemers niet aanmelden (opgeven) voor pensioen;
• een niet inzichtelijke/deugdelijke administratie voeren;
• een bedrag van meer dan 15% ten opzichte van de eigen loonsom besteden aan het inhuren van werknemers die niet onder de werkingssfeer van de CAO Taxivervoer vallen. 

Kernbepalingen

Overtredingen worden per kernbepaling gewaardeerd, waarbij tussen kernbepalingen onderling niet verrekend kan worden. Indien een overtreding leidt tot een nabetaling, dan mag deze betaling niet worden verrekend met vergoedingen die boven CAO zijn verloond.
Bijvoorbeeld:
• Het niet toekennen van 20% toeslag op overuren, waarbij het loon 20% boven CAO ligt. In dit geval leidt dit tot een overtreding op kernbepaling 7 (vergoeding meer-/overuren).
• Het structureel te laag inschalen van loon, waarbij een eindejaarsuitkering wordt toegekend. Ondanks dat de hoogte van deze uitkering dekkend kan zijn voor het te weinig betaalde loon, leidt dit tot een overtreding op kernbepaling 1 (functieloon).

Daarnaast kunnen op één kernbepaling ook twee overtredingen van toepassing zijn. Bijvoorbeeld:
• Zowel het loon te laag toekennen als het loon te laat betalen.
• Zowel geen vakantietoeslag toekennen over uitbetaalde meer-uren als de vakantietoeslag te laat betalen.

Onderzoeksmethode

Wij baseren ons onderzoek naar de naleving van de CAO op een steekproef. De grootte van de steekproef is de wortel van het totaal aantal werknemers waar de kernbepaling betrekking op heeft. In het geval van bijvoorbeeld loon, vakantiedagen en vakantietoeslag is dit vrij eenvoudig. Deze kernbepalingen zijn bij iedere werknemer van toepassing. Gaat het over kernbepalingen die alleen bij een deel van de werknemers voorkomen? Dan dienen deze werknemers apart in kaart gebracht te worden. Dit noemen we een deelregistratie.

Bijvoorbeeld:
Niet iedere werknemer is over de controleperiode ziek geweest, maar dat verzuim heeft plaatsgevonden is zeer aannemelijk. Om hierop steekproefsgewijs te kunnen controleren (en ook een minimum aantal te controleren ziektegevallen te kunnen vaststellen) is het noodzakelijk dat een overzicht aanwezig is, met daarop de werknemers die ziek zijn geweest tijdens de controleperiode en vermelding van de periode(n) die het per werknemer betrof.

Een onvoldoende, wat nu?

Indien het bedrijfsoordeel onvoldoende is, wordt dat aan het bedrijf bekend gemaakt als een voorgenomen besluit. Dat betekent dat het bedrijf, indien gewenst, 10 werkdagen heeft om schriftelijk te reageren. Als het bedrijf niet reageert, blijft het bedrijfsoordeel zondermeer ongewijzigd. SFT zal een reactie inhoudelijk beoordelen. Daarna volgt het definitieve oordeel.

Krijgt een bedrijf een onvoldoende en wordt een eventueel bezwaar ongegrond verklaard, dan is het bedrijf normaal gesproken na een jaar weer aan de beurt voor een controle. Het is echter mogelijk om deze termijn te bekorten tot een half jaar nadat het bedrijfsoordeel schriftelijk is afgegeven. Het bedrijf krijgt dan eerder de kans om aan te tonen dat het de CAO goed naleeft. Maakt het bedrijf van deze versnelde procedure gebruik? Dan dient het wel zelf de kosten van het onderzoek te betalen. 

Nieuwe spelregels rond bedrijfsoordeel in nieuwe CAO Taxivervoer

In de huidige CAO Taxivervoer zijn de regels rond de naleving van de CAO verder aangescherpt. De nieuwe spelregels traden in werking per 4 april 2014. Toen werd de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard.

CAO-partijen hebben besloten dat de nieuwe spelregels nog niet van belang zijn voor bedrijven die het bedrijfsoordeel ontvingen vóór de datum van algemeen verbindend verklaren (AVV) van de CAO Taxivervoer.

Ontvangt een bedrijf na datum AVV een bedrijfsoordeel ‘voldoende’ met één of twee ernstige overtredingen? En scoort het bedrijf bij de eerstvolgende controle (gemiddeld twee jaar later) op diezelfde kernbepaling(en) weer minimaal een ernstige overtreding? Dan leidt dit tot een zeer ernstige overtreding. Hierdoor wijzigt het bedrijfsoordeel in een ‘onvoldoende’. Daarnaast betaalt het bedrijf de kosten van deze CAO-controle.

Krijgt het bedrijf na datum AVV een bedrijfsoordeel ‘onvoldoende’? Dat betaalt het bedrijf het eerstvolgende onderzoek daarna altijd zelf (gemiddeld een jaar later).

 Naar boven